Copyright © Cathrien Berghout
AFVAL SCHEIDEN
PAPIER
weer
armen vol
geprinte flinters
verleden heden
in meningen
gevluchte feiten
ingehaald
versnipperd
tot pulp geweekt
de inkt eruit gespoeld
geplet, gebleekt
witgewassen
GLAS
hoe star is rots
springt steenslag
uit slijtage of
ondergronds gerommel
beweegt verweer
naar zand waar zee
mee speelt?
wij sloegen
vuur uit vuursteen
van gestrande rots
en zagen glas
fase van rust
gestolt in koelte
stromend in hitte
zo voort en verder
van glasbak naar glasbak
een slinger aan rots
PLASTIC
dit hebben wij
onszelf kado gedaan
vreemde materie
uit donkere poelen
verheven tot kunststof
verfijnd alom
zijn wij er van doordrongen
wolkt het in water
bleef het maar drijven
was het maar oppervlakkig!
RESTAFVAL
en de vuile rest
tot strooisel gestookt
verlangzaamt onder asfalt
ons wegzakken in de polder
maar waarheen
vegen we
de waarheid
vanachter de leugen
hoe beheren we dat ooit
waar onze data rondgaan
zich hergroeperen?
IK ZOU NOOIT IETS GEKS DOEN (2x)
ik zou nooit iets geks doen, zelfs niet denken aan voorover kiepen
van de blauwe hardstenen stoeprand zo de veelkleurige verleiding van verkeer in
zo denk ik niet
nooit vraag ik me af hoe het voelt
een rukje aan het stuur, dan
zou pijn je bereiken voor het bewustzijn op zwart
misschien vlieg je even door de lucht
hoeveel tijd voor de airbag
als ik de lade van het badkamermeubel opentrek
zie ik tussen kam en borstel, tandenstokers en tubes, nagellak en
nagelknipper, scheerschuim en pincet nooit als eerste het scheermes
zou ziek zijn!
wanneer ik de stille ochtend in stap, zo’n gapend gat met aanzuigende werking
vol laten lopen met radio?
zo zonde!
uren bevindt de dag zich buiten
er moet doorheen gelopen
over de gronden tussen dorp en duin heeft de geest recht op overpad
en bos is bos
maar nieuw in oud, je mist het zo, hier
bij dit eikenbosje waar je in het voorjaar het jonge blad ruikt
of, in jezelf verzonken
loop je de plek voorbij waar eerste warmte harsige dennengeur ademt
en gebleven waar je was
knipoogt het ven naar een wolk
zonder jou
je zou niet zien hoe bij doodtij de zee wat met zand speelt
geen bak met wiebelend snot is, maar ebt met
klak klak
als een grote lokkende tong
kijk nu
je schoenen vol zand en beplakt met modderig blad waar dennennaalden doorheen prikken
dit
plus de lucht van geplette paddenstoelen